Crossen over de plantage Rust en Werk, met de "one Flew Over the Cuckoo's Nest group" .

28 januari 2013 - Paramaribo, Suriname

Hop, hop hop lekker in de taxi met Pascal, een rappe Italiaanse Belg, Bert de echte Hagenees en Berry de zingende Kampenaar . Met een lekker muziekje van de zanger Damaru rijden we rond 9.00 uur richting Leonsberg, vanwaar we opgehaald zouden worden door onze fantastische gids Manojd. Om vervolgens de hele dag met verschillende voertuigen ons te laten verplaatsen over o.a. de Suriname -en de Commewijnerivier om zo op de enorme plantage Rust en Werk te arriveren en aldaar met een supersonische grote wagen ons te laten escorteren. 

Ronaldo da Silva, een Surinaamse Javaanse excentrieke man, Lysbeth een bijzondere Nederlandse lieve vrouw en de twee puur jonge ogende gezonde Hollandse blonde meiden, Priscilla en Maud. Priscilla is weer een vriendin van Maud en Maud is de dochter van Lysbeth. Deze vier mensen kwamen met hun eigen auto, prima op tijd aan bij de Leonsberg pier. Zodat de groep bijna compleet was. De zon scheen heerlijk op onze gezichten en iedereen had zin in deze excursie, die ikzelf (Roliena) had georganiseerd. Het wachten was nog even op Ligia. Mijn bijzondere Hindoestaanse vriendin. Zij liet zich tijdig afzetten door haar monteur. Helemaal compleet gingen we met z'n allen op pad.  

Iedereen installeerde zich op de boot en we gingen eerst op zoek naar wat dolfijnen. De dolfijn in de Surinamerivier heet de Sotalia guianensis in het Sranan heet de dolfijn de Profusu. Qua uiterlijk kan deze dolfijn het kleinere broertje van de welbekende tuimelaar zijn. De profusu onderscheidt zich door zijn roze buik en kleinere gestalte. Meer informatie heb ik al een keer eerder geschreven onder het kopje dolfijnen spotten. Dat kun je daar lezen. Ligia had een prachtige bloem bij haar om in het water te gooien als een soort offer voor haar moeder. Vier jaar geleden had zij daar, de as van haar moeder uitgestrooid. Gelijk nadat Ligia de bloem in het water had geworpen waren we plotseling omringd door heel veel dolfijnen. Een bijzonder moment. Iedereen kreeg een brede glimlach op het gezicht. Wat zijn het toch een heerlijke beesten. We bleven een tijdje rond hen heen hangen en gingen vervolgens verder.

We voeren langs Nieuw Amsterdam en de grote steiger, waar in de tijd van de slavernij de slaven werden schoongespoeld als ze eindelijk voet aan wal zetten na de enorm lange Middentocht van Afrika naar Suriname. Apart als je daar dan zo even bij stil staat hoor. Een vreselijke tijd moet het voor die mensen geweest zijn.

Op de plantage Rust en Werk kregen we enorm veel uitleg over de vele vruchten, bomen en allerlei gewoontes van de voornamelijk wonende Javanen. Manojd is een hele enthousiaste Hindoestaanse Javaanse man die graag vertelt. 

In het kort iets over de geschiedenis van de Plantage Rust en Werk. Wanneer je op de kaart van Suriname zou kijken vind je niet de naam Rust en Werk maar Einde Rust het zijn in totaal 11 plantages aan elkaar. De huidige eigenaar is nu Dhr. Armand van Alen. Hij is enorm rijk. Op rust en werk werkten vroeger zo'n 200 slaven. Rijst, koffie en suiker waren de produkten. In de 18e eeuw was Gouveneur Wigbold Crommelin er de baas. Crommelin bestuurde de woelige kolonie met rust en beleid. HIj sloot in 1760 -1761 zelf een noodzakelijke vrede met de Marrons. De gevluchtte slaven. Zijn beide dochters Johanna Margaretha en Catherina Elisabeth zijn allebei in 1768 overleden aan de gele koorts die toen heerste. Deze graven kun je hier ook bewonderen. Zelf is Crommelin met zijn overgebleven gezin gerepatrieerd naar Nederland. Waar hij op 10 september 1788 is gestorven. Ik vind deze familie geschiedenis heel interessant. Er ligt zelfs nog een zoontje van de familie begraven in de Oranjetuin. De begraafplaats waar ik jullie al eerder over heb verteld.  Na de afschaffing van de slavernij in 1863 kwamen op de plantage Rust en Werk de Javaanse en Hindoestaanse immigranten aan. Vooral in 1873 werd het druk. Na de immigratie ging veel kapot. Nu in 2013 leven er zo'n 300 inwoners op de plantage. Er zijn nu 93 arbeiders. De manager is Karel van Dijk een bakra. Hij is de opzichter. Hij heeft tropische landbouw gestudeerd in Deventer. We kwamen hem op zijn qaud tegen en hij vertelde dit aan ons. Dhr. Armand van Alen heeft de plantage in 1979 opgekocht van de familie Jamin ! Jullie allen welbekend. Vandaar al die suiker ! Nu worden er veel runderen gekweekt. Dhr. van Alen heeft wel 6000 runderen er nu rond lopen.

Een leuk detail is dat ik met mevrouw van Alen nu elke week yoga doe. Zij heet Adriana van Alen Koenraadt. Ze ligt vaak naast mij in de les en we kletsen vaak even samen. Het is inderdaad een joodse familie. De runderen gebruiken ze overigens nu voor slachtvee. Ook is er nu een enorm grote garanalen kwekerij. Jullie kunnen bij foto's er foto's van zien. De 93 arbeiders verhuizen de runderen elke dag. Je hebt veldarbeiders, cowboys, garnalenpellers etc. Iedereen heeft op de plantage een taak. Overal zie je nog veel bakstenen uit Nederland terug. Die dienden immers als ballast op de schepen van de WIC. De beste klei kwam uit Nederland voor die bakstenen. In de 17e eeuw is het woord misbaksel ook ontstaan. Een verkeerd gebakken steen. Mis gebakken steen. De plantage is trouwens opgedeeld in drie delen: Rust en Werk, Lust en Rust en einde rust.

Bij de sluis, opgetrokken uit Nederlandse bakstenen, werden vroeger veel produkten verkocht. Amerikaanse en veel Nederlandse schepen kwamen hier aanmeren. Een drukke enerverende tijd. Ook werden hier bij de sluis, onder de tamarinde boom de slaven geslagen met de tamarinde takken. Daar word je wel even stil van.

Manojd laat ons ondertussen, bij zijn huis met veranda, heerlijke vruchten uit zijn tuin proeven. Appelbakoven bananen, manga's roodbosjes, tamarinde, mope vruchten en we drinken verse kokosnoot melk. Ook legt hij heel veel uit over de planten. Van de guave boom kun je bv. van de topjes een thee trekken , dat weer goed is tegen diarree. We proeven een sterappel en ik krijg wat munt takjes mee van de tulsi ( smeri weri ) noemen ze het ook wel. Geurblad. Je kunt er mee koken en veel hindu's gebruiken het bij het offeren aan de goden. Ook krijgen Ligia en ik wat jarpesi pitjes mee. Zodat we dat kunnen planten in onze tuinen. De jarpesi boon zit namelijk weer verwerkt in de moksalesie (rijst). Na al deze uitleg komt onze grote supersonische wagen eraan gereden.

We moeten met zijn allen even omhoog klimmen. We zitten zeker 3,5 meter boven de grond. Geweldig! Een mooi uitzicht.  We zitten op oude bioscoop stoelen en op de leuningen van alle stoelen zitten dottige handwerkjes bevestigt met geborduurde dolfijnetjes erin verwerkt. We rijden met een lekker warm briesje vervolgens de plantage verder op. We passeren een prachtige vurige rode flamboyant boom. Bij het winkeltje stappen we even uit en nuttigen daar onze lunch. Sara sara (garnalen ) witte bere is het soort. Ik had ook nog kip besteld. Natuurlijk is er voor iedereen rijst, nasi, kousenband en bakabana erbij. Iedereen is even stil van alle indrukken.

We crossen na de lunch met zijn allen verder de plantage op. We zien de runderen met grappige hangende oren. Zijn getuige van de garnalenoogst. Zien gekke geiten en gelukkige paarden rennen. Het is een heerlijke middag. We hebben veel lol met elkaar.

De vraag van vandaag luidde. Waarom heet een ei een ei? Nou? Je weet niet of het is een hij of een zij. Antwoordde onze gids Manojd. We mochten nl. nog even in zijn mini dierentuintje kijken. Daar mocht je zijn kaaimannen vasthouden. En zagen dat zijn cavia net geworpen had. Manojd riep dan ook luid: Mijn cavia heeft geworpen.  Ook leerden we hoe we een mannetjesschildpad kunnen onderscheiden van een vrouwtje. Het mannetje heeft een holle buik die hij zo op het schild van het vrouwtje kan leggen bij de paring. Zijn piemel wordt zo groot als zijn lijf ! Jawel mannen. Gelukkig is dat bij jullie niet het geval. Poehhh... Na de minidierentuin leren we nog wat andere zaken.

 Op de plantage zie je ook altijd een koningspalm staan. Deze palm weert boze geesten. We zien ondertussen hele kleurige hagedissen en in verschillende bomen liggen leguanen in de zon te genieten. Boomkippen noemen ze ze hier. Ze zijn lekker ! Zegt Manojd. 

Begrafenis rituelen: 

We lopen dan nog even naar de Javaanse begraafplaats toe. Er heerst daar een serene rust. We zien overal huisjes staan. Dat zijn huisjes voor de doden. Na 1000 dagen van rouw krijgen de doden een eigen huis of krijgt de dode een grafsteen. De 1000 dagen van rouw heet de Slametane wong mati. Elke donderdag zetten ze bij de graven een kopje met jasmijn bloemen neer. Enkel deze Sadjen is verplicht, dat is een offer van jasmijnbloemen, twee handen gedang ( een kleine bakovesoort) en een jonge kokosnoot. Om de dode doden wat drinken te geven. Op sommige graven staat een paraplu. We vragen waarom dat is. " Nou", zegt Manojd " Om het kwaad te weren en ze extra te beschermen". We zien een graf van een heel jong kindje. Dood geboren... Als de mensen deze rituelen goed uitvoeren geloven ze dat de overledenen tevreden naar het hiernamaals kunnen gaan. 

We lopen met z'n allen terug naar de boot. We passeren nog een enorm hoofd van een   kaaiman. Manojd vertelt dat het dier kinderen aanviel en nu even hier staat. Het ziet er gruwelijk uit. 

We nemen afscheid van de mooie plantage en varen met een schiterring van de zon over het water naar huis. Helaas laten de dolfijnen zich nu niet meer zien. We rijden met een boem boem busje naar Paramaribo toe. We sluiten de dag af op een terras en drinken gezellig met zijn allen nog wat na. Een bijzondere dag. Kussss ! 

 

 

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

3 Reacties

  1. Plonie:
    28 januari 2013
    Weer genoten van je verhaal. wij zijn ook al een paar keer naar rust en Werk geweest en hadden dan ook uitleg van gids Manojd , pracht mannetje op een prachtige plek.
  2. Ro:
    28 januari 2013
    Inderdaad Plonie! Het is een bijzondere plek. Bijzondere mensen. xxx Ro.
  3. Roeline:
    28 januari 2013
    Mooi verhaal, indrukwekkend! Heb je nog tips over etnisch fetisjisme? Doen we ons nieuwe project over.