Mooie ontmoeting met de beeldhouwer Erwin de Vries en bezoek plantage Bakkie met de postboot

8 september 2012 - Paramaribo, Suriname

Gu Morgu,

Vroeg word ik wakker van de wekker om half zeven. Vandaag, vrijdag 7 september .Probeer ik om mee te gaan met de postboot. De postboot zou van de SMS pier om 7.30 vertrekken. Ik las ergens op een reislog, dat wanneer er niet voldoende mensen zouden zijn, de postboot je helemaal niet zou meenemen. Dus best even spannend... even afwachten wat er zou gebeuren vandaag. Berry ging niet mee, hij wilde wat schrijven en rustig aan doen. Ik maakte mij gereed voor vertrek en zei Berry gedag." Misschien zou ik wel weer snel terug zijn" merkte ik nog even op. Met vijf flessen water en wat eten vertrok ik wandelend naar de pier.

Trouwens de avond ervoor hadden we nog heerlijk gegeten bij het restaurant Lindeboom met op de achtergrond muziek van o.a. Wilma " Morgen zal alles beter zijn" en Anneke Gronlo met " Surabaja" ook Connie van den Bos zong " Ik geef je een roosje mijn roosje". Zo apart om dit allemaal kilometers verwijderd van Nederland te horen. Zelfs Gerard Joling zong zijn hoge noot en we hoorden tenslotte Andre Hazes met " Dit was de laatste keer" en moesten gelijk aan Henkie " Schuif" denken. We zeiden Hennie en Jacob (de ouders van Berry) zouden dit geweldig gevonden hebben. Dit even terzijde.

De postboot werd ingeladen. Gelukkig zag ik best veel mensen staan en zitten om met de postboot mee te kunnen gaan varen. Drie stijve Nederlanders zaten keurig op stoelen al lang in de aanslag. Natuurlijk sprak ik deze mensen even aan, om te vragen waar zij hun tickets hadden gekocht. Ze hadden alles al ver van te voren geregeld zeiden ze. Zelfs eten hadden ze erbij besteld. " Oh"  zei ik en ging eens even op zoek wat ik kon doen. Ik kon nog makkelijk een ticket kopen voor de minstens 9 uur durende trip. Geen probleem.

Langzamerhand druppelden ook nog veel Surinaamse vakantiegangers slenterend naar de boot. We vertrokken om 7.35 a.m. We werden verwelkomd door een ietswat corpulente aardig ogende Javaans- Creoolse jongeman ' Jorgen' genaamd. Hij ging ons vanalles vertellen over de plantages. Ik was blij dat ik mijn notitieboek bij mij had en schreef lekker mee met zijn verhaal. Ik was zo blij dat de tocht doorging en dat we nog een gids hadden ook! Ik kon zelfs een moksi alesi bestellen (gemengde rijst met kip!).

We voeren over de ongeveer 480 kilometer lange Surinamerivier, de opkomende zon tegemoet. We hoorden veel leuke anekdotes uit Jorgen zijn mond. Later zal ik er wel een noemen. We voeren langs het enorme beschutte huis van Desi Bouterse. Waar op zijn erf de Surinaamse vlag druk wapperde. Ik zal er een foto van bij doen. Op een gegeven moment kwamen wij bij de mondig van de Suriname -en de Commewijne rivier met iets verderop de Atlantische oceaan in zicht. Dat punt wordt ook wel Braamspunt genoemd. Op deze plek moet je altijd goed uitkijken naar roze buik dolfijnen. Helaas zagen wij die deze dag niet.

Braamspunt is een echte vissers en schelprits plek waar jaarlijks zeker 300 pond vis wordt gevangen, aldus Jorgen. De Commewijne rivier wordt ook wel de Kawina Liba genoemd. Jorgen noemt veel namen van plantages waar wij aan voorbij varen. Rust en Werk, Johanna Margaretha, Frederiksdorp, Kronenburg en Zorg en Hoop. Over plantage Nijd en Spijt vertelt Jorgen het volgende verhaal, over de prachtige slavin Alida. Alida was zo wonderschoon dat de plantage eigenaar zijn ogen niet van haar af kon houden. Zijn vrouw Susanna de Plesis was zo jaloers dat zij op een dag, de slavin Alida bij zich riep en haar dusdanig ernstig verminkte, doordat zij een borst van Alida liet afsnijden. Diezelfde middag liet eigenaresse Susanna, op een schotel bij het diner , de borst van Alida serveren aan haar man. Hoe wreed! Alida oveleed. In het plaatsje Groningen hebben wij vier jaar gelden een beeld gezien van Alida. Wij kenden dit bizarre verhaal dus al.

 Uiteindelijk komen wij bij de Tamporika kreek en wordt het aanmerkelijk warmer , doordat de wind geen weg vindt,  door de hoge mangrovebomen, die er langs beide zijden van de smalle kreek staan.

We komen eindelijk na drie uur varen bij plantage Bakkie aan. Bakkie wordt zo genoemd omdat de meeste mensen die er werkten Javanen zijn. Bakkie is ook een provincie in Indonesia, vandaar de naam. Niet omdat ze bv. een bakkie koffie gaan doen :).

We worden verwelkomd door een jonge Javaanse jongeman die een t-schirt draagt met I love Bakkie erop. In zijn hand draagt hij een dienblad met vers gesneden suikerriet, die wij allemaal mogen proeven. " Welkom op plantage Bakkie" zegt hij vriendelijk. Op Bakkie wonen zo'n 150 mensen. We lopen langs verschillende kraampjes waarbij de lokale bevolking ons wat typische "Bakkie"  souveniertjes willen verkopen. Ik koop natuurlijk een typische Bakkie ring met een schelpje eraan bevestigd.

David de gids roept ons en vertelt ons wat wij de komende tijd doen op Bakkie. Hij toont ons wat typische zaken uit de slavernij tijd. De Kromboei. Een ketting die aan je nek en voet werd bevestigd als straf. Dit moest je dan een maand zo dragen , waardoor je rug natuurlijk krom ging groeien, vandaar de naam " Kromgroei" . Ook liet hij een brandmerk stok zien. Vervolgens vertelde hij over de suikerriet ton, waar de slaaf de gehele dag in de brandende zon moest roeren. Wanneer de suiker ging klonteren of carameliseren kon de slaaf er zelfs ingegooid worden of beter voor de meester, zou de slaaf als straf hete kolen in 1 hand krijgen , zodat de slaaf nog met de andere hand kon verder roeren. Wat wreed allemaal ! Ik zie het allemaal zo voor mij gebeuren en word er naar van.

We lopen verder en gaan via prachtige natuur onze lunch ophalen. Ik leer wat over de black eyed pea ! De Jarpesi boon. Een witte boon met een soort zwart oog erin. Zo geinig om te zien. Die boon wordt verwerkt in de moksi alesi.  David toont hoe je de vrucht van de Kamantoeri boom kunt eten. Ik proef ook even wat. Bij een stalletje koop ik een bakabana om de locals te plezieren. Het smaakt heerlijk met wat hete pindasaus erbij. We bezoeken nog even het kleine museum van Bakkie en ik zie tot mijn grote verbazing zelfs een echte Bean hangen en mooie kaarten van Dhr. Blau. David toont de eerste djogo fles en vertelt ons vanalles. 

We lopen terug langs drie open lokalen van het huidige Bakkie schooltje. Leuk om te zien. Ik krijg een klein beetje lesgeef kriebels. Ha ha. Nee hoor, eerst even nog lekker vakantie vieren. Ik neem de moksi alesi in ontvangst en loop terug naar de postboot onderweg maak ik nog wat foto's van prachtige bloemen.

Het is ondertussen 12.00 uur en iedereen moet weer terug naar de postboot. Je voelt de warmte stijgen, veel Surinaamse vrouwen lopen dan ook met paraplu's in de hand om de zon ietswat te weren. Ik eet op het verouderde bovendek van de postboot , mijn lunch in de warme zon smullend op. Een heel aardig koppel naast mij biedt mij wat ijs aan, voor bij mijn water. De motoren ronken en met zijn allen zwaaien wij David gedag en keren weer richting Paramaribo.

Heerlijk dat we weer varen, zodat we weer ietswat wind erbij krijgen. Ik vouw mijn handdoek uit en ga in bikini eens lekker zonnen. De terugtocht terug lees ik het boek " Tweemaal Marienburg" van de beroemde Surinaamse schrijfster Cynthia Mc Leod. Dit boek gaat over de plantage Marienburg, waar wij ook langs varen.

Om ongeveer 15.00 sta ik weer verhit op de SMS pier en loop via de Waterkant richting ons huis. Ik koop nog even op de flowermarket drie prachtige stevige , zeer lange Braziliaanse lelies. Gelukkig loop ik wandelend met mijn mooie rode bos bloemen door ons voorhek , waar ik Berry weer tref.

S' avonds hadden wij de intentie om te gaan salsa dansen bij hotel Torarica , alleen er was alleen een bbq event gaande. "Een andere avond hebben wij dat"  , zei de gastvrouw. We dronken wat aan de prachtige houten bar en vroegen aan de gastvrouw of we even op de mooie pier van Torarica mochten kijken. " Maar natuurlijk" zei ze.

Berry en ik liepend gearmd langs de swingende vijfkoppige band, die een heerlijke salsa achtige beat ten gehore bracht. We wandelden langs de tennisbanen en kwamen toen bij de pier aan. Om ongeveer 19.00 uur wordt het echt al donker in Suriname.  Berry en ik wandelen samen de verlichte pier het donker van de rivier romantisch tegemoet.  We kijken naar Paramaribo en de Bosjesbrug en zien veel lichtjes vonkelig schitteren in de Surinamerivier. We staan even innig als pubers helemaal te genieten. We lopen rustig terug en bedanken de gastvrouw.

Wij besluiten een lekkere hamburger te eten bij 't Vat. Terwijl wij zitten komt een shabby ogende grijze man ons even een goedenavond wensen. Wij groeten terug. IK zeg opeens tegen Berry," Is hij niet de bekende Surinaamse dichter Slory?". De aardig ogende man buigt zich naar mij toe en ik vraag " Bent U niet Dhr. Slory?". " Nee", antwoordt de man en geeft mij een ferme hand. " Ik ben Erwin de Vries" . Ik herken de naam en zeg " De bekende beeldhouwer?" " Ja," antwoordt hij. Berry moet lachen en zegt " Dan ben ik de president van Suriname". Waarop hij heel hard moet lachen. Het ijs is gebroken en hij haalt uit een oud tasje een prachtige catalogus met al zijn werk tevoorschijn. Heerlijk. Meneer de Vries komt gezellig bij ons kletsen en we raken aan de praat. Ondertussen komen veel mensen hem een hand geven en wordt er speciaal voor hem zijn beschilderde tafel neergezet. Het Vat is echt zijn tent waar hij vaak te vinden is tussen 21.00 en elf vertelt hij ons die avond. Even later zegt hij: " Ik ga even een broodje eten" ik praat straks weer met jullie, goed?". Hij is trouwens de maker van het slavernij monument in het Oosterpark in Amsterdam. Die kennen velen van jullie vast wel. Opeens staat er ook een hele knappe jonge dame bij Dhr. de Vries. Hij is trouwens 83 jaar en heeft een guitig gezicht. Hij draait zich naar ons om en zegt. " Dit is Ilonka Elmont de zevenvoudige kickbox kampioenne".  

" Kom er even bij" , zegt Erwin. Wij verplaatsen ons en raken met Ilonka en Erwin aan de praat. Ze is een zeer snelle tante. Ze stelt zich voor en geeft een stevige handdruk. Berry krijgt zelfs iets later haar nummer , omdat zij ook actief in de voetbalis  en veel andere projecten. Voor mij zou ze zelfs de minister van Onderwijs kunnen inschakelen. Ha ha ..ik zeg ik doe nu nog even rustig aan hoor. We kletsen even lekker door, Ilonka heeft haar zoontje bij zich en moet echt gaan.

De volgende schone dame meldt zich bij het gezelschap. Ze blijkt Ligia te heten en zingt de hele tijd Spaans klinkende zongs. Echt zo leuk. Ondertussen pakt Dhr de Vries, we mogen Erwin ondertussen zeggen, een prachtige voorstudie van zijn aankomende project. Hij geeft mij dit opeens in handen en zegt, " Speciaal voor jou" en kijkt mij met een heel vriendelijk gezicht aan. We kletsen veel over kunst en dichtwerk. Het gezelschap voelt goed aan. Hij nodigt ons uit om een keer bij hem thuis naar zijn werk te komen kijken. Ligia is ook heel enthousiast en is blij te horen dat we een jaar in Suriname zijn. Ze nodigt ons uit  te komen genieten, van haar prachtige bomentuin en twee echte aapjes. Ze zegt " Ik kook op een tujla" hoor. " I love cooking" . " Geweldig"  zeg ik lachend. Ze geeft haar kaartje waar natuurlijk de Hindostaanse god Hanuman opstaat. (Dat is de aapgod van de Hindoes) .Op een gegeven moment stappen wij op en zeggen iedereen gedag en lopen glimlachend naar huis. Wat een dag.

Gran tjani = heel erg bedankt ! Elke dag leer ik wel wat Sranantongo , is wel heel leuk.

Foto’s

2 Reacties

  1. Ab:
    9 september 2012
    Wat een leuk verhaal, en wat moet dat een mooie dag zijn geweest voor jou Rolien, toch wel heel apart dat jullie z'n eind weg zijn, en wij jullie zo op de voet kunnen volgen, veel plezier en we kijken uit naar het volgende reisverhaal. Dikke knuffel; AP GRADY ROXANE HELMICH EN DESLEY
  2. Mir:
    9 september 2012
    Super om te lezen dat jullie het zo goed hebben. Ik volg je wekelijks, ik weet of ik je dan bij kanhouden maar wel heel erg leuk om zo een beetje mee te kunnen genieten van jullie jaartje weg. Kus Mir